De twee pijlers van een IE-verpanding

De twee pijlers van IE-verpanding: een verpandingstitel en een pandakte. Een eigenaar van IE-rechten kan zijn rechten verpanden. Als zekerheid voor de terugbetaling van een financiering worden de IE-rechten dan in pand gegeven aan de financier, die pandhouder wordt.

Hoe verpand je IE-rechten? Een rechtsgeldige verpanding is gebaseerd op twee pijlers: 1en verpandingstitel en een pandakte. Stap 1 is dat voor een geldige verpanding een verpandingstitel vereist is. Een juridische verplichting om een het IE-recht in pand te geven. Dat is bijvoorbeeld een onderdeel van een financieringsovereenkomst of een voorwaarde voor een lening. Door die overeenkomst is de geldverstrekker, zoals een bank, nog geen pandhouder. Daarvoor is stap 2 vereist. Een pandakte, waarin de IE-rechten daadwerkelijk in pand gegeven worden. Nadat de pandakte is ondertekend is de financierder ook pandhouder. Het pandrecht is gevestigd. Ook wanneer de akte nog niet is ingeschreven in de registers die sommige IE-rechten kennen, zoals octrooien, merken en modellen.

Wat kan er bij verpanding fout gaan? Er kan sprake zijn van een titelgebrek of een pandaktegebrek

Wanneer is er een titelgebrek? De titel kan ontbreken: De rechten worden wel in pand gegeven maar er is geen bestaande verplichting om dat te doen. De titel kan nietig zijn. Er is wel een financieringsovereenkomst, maar deze is mogelijk nietig op grond van dwang, dwaling of bedrog. De financiering kan ook Paulianeus voorafgaand aan een faillissement zijn overeengekomen. Ook is vereist dat duidelijk is op welke IE-rechten een pandrecht gevestigd moet worden. De te verpanden IE-rechten moeten voldoende bepaalbaar zijn. Bijvoorbeeld alle auteursrechten van een auteur of alle octrooien en octrooiaanvragen voor een uitvinding. En zijn dat alleen de voor Nederland geldende IE-rechten of ook de Europese of wereldwijde IE-rechten?

Wat is het gevolg van een titelgebrek? Eenvoudigweg dat de verpanding niet tot stand is gekomen, zodat de financier geen zekerheidsrecht heeft, ondanks dat de financiering is verleend en de pandakte is getekend en misschien zelfs in het octrooi- of merkenregister is ingeschreven. De geldverstrekker staat dus met lege handen en heeft geen onderpand als zekerheid voor het verschafte krediet.

 Er kan ook sprake zijn van een pandaktegebrek. De pandakte kan ontbreken. Er is wel overeengekomen dat de IE-rechten in onderpand gegeven moeten worden en de lening is verstrekt, maar er is nooit een pandakte opgesteld. De pandakte kan ook nietig zijn. Er is wel een akte maar in de akte staat niet duidelijk dat een pandrecht op de rechten gevestigd wordt. Ook kan de akte onder dwang, dwaling of bedrog zijn getekend. Of de akte is niet ondertekend door de IE-rechthebbende of alle partijen. De verpande IE-rechten moeten in de pandakte ook voldoende bepaalbaar omschreven zijn. In de akte moet duidelijk worden aangegeven op welke IE-rechten daadwerkelijk een pandrecht wordt gevestigd.

Wat is het gevolg van een pandaktegebrek? Ook bij een pandaktegebrek is het pandrecht niet tot stand gekomen, zodat de IE-rechten vrij zijn van pandrecht, ondanks dat de financiering is verstrekt en is overeengekomen dat de IE-rechten in pand gegeven moeten worden. De financier staat dus ook dan met lege handen en heeft geen onderpand voor de verstrekte lening.

Wanneer gaat het fout? Wanneer komt een gebrekkige verpanding aan het licht? Dat kan zijn wanneer de financier het pandrecht wil uitwinnen. Als het krediet niet wordt afgelost kan de pandhouder, zoals een bank, de verpande IE-rechten openbaar verkopen. De potentiële kopers zullen dan boekenonderzoek doen – ‘due diligence’ – en wanneer daaruit blijkt dat niet zeker is dat de bank pandhouder is, zullen die kopers afhaken. Een gebrekkige verpanding kan ook aan het licht komen wanneer de pandgever failliet gaat. De curator van de IE-rechthebbende dient na te gaan of voor het faillissement verleende pandrechten rechtsgeldig zijn gevestigd, zodat de pandhouder het faillissement grotendeels kan negeren. Als dat niet zo is, dient de curator te voorkomen dat de pandrechten worden uitgewonnen, zodat die IE-rechten te gelde kunnen worden gemaakt voor de gezamenlijke schuldeisers van de failliet. Omdat er sprake is van een faillissement is de kans dan klein dat de financier het uitgeleende bedrag alsnog terugziet.

Voor wie gaat het fout? Het risico bij een verpanding van IE-rechten ligt bij de financier en die doet er dan ook verstandig aan zich goed te laten adviseren.